Wat verandert wel?

print

 

Je leven gaat er anders uitzien. Je hebt nu te maken met twee huizen. Je woont nu eens bij de ene ouder en dan weer bij de andere. Dat is in het begin vervelend, maar je ontdekt ook wat. Misschien een interessante nieuwe buurt en nieuwe mensen.

 

 

Sommige veranderingen zijn niet zo prettig.


• Misschien moet jij verhuizen naar twee nieuwe kleinere huizen of appartementen.
• De meeste jongeren vinden het erg als ze van school moeten veranderen. Dan missen ze hun vrienden en vriendinnen.
• Misschien moet je je kamer delen met een ander kind.
• Als je met een valies heen en weer moet sleuren, vergeet je wel eens iets. Je gsm bijvoorbeeld. Een ramp.
• Als je zonder veel uitleg een tijdje een ouder niet ziet, krijg je zorgen.
• Ouders die er alleen voor staan, vragen hun kinderen meer hulp in het huishouden. Bij de afwas bijvoorbeeld.
• De feestdagen zijn minder gezellig dan vroeger omdat niet iedereen van je familie samen is.
• Je ouders hebben minder geld dan voordien. Dat betekent minder nieuwe dingen en als je pech hebt minder zakgeld. Twee auto's onbetaalbaar? Met de fiets in plaats van de auto naar school, ook als het regent!

 

 

Sommige veranderingen  kunnen je leven verbeteren. Ouders kunnen veranderen als ze niet meer samenwonen. Als je ouders vaak ruziemaakten toen ze nog samenwoonden en nu niet meer, ben je misschien blij dat die ruzies voorbij zijn. Jongeren hebben last van de conflicten tussen hun ouders. Het is een opluchting als slepende ruzies stoppen. Misschien worden je ouders gelukkiger als ze gescheiden zijn. Misschien kan er terug gelachen worden thuis. Misschien krijg je meer cadeaus. Plots kun je een ouder krijgen die meer tijd met je doorbrengt nu hij of zij apart woont. En dat kan prettig zijn.